Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook is hun land vervuld [26]met afgoden; [27]voor het werk hunner handen buigen zij zich neder, voor hetgeen hun vingeren gemaakt hebben. 26. Hebreeuws, met ijdelheden, of nietigheden. Aldus worden de afgoden genoemd; 1 Kor.8:4. Zie hfdst.44 vs.10, en de aantekening Lev.19:4. 27. Dat is, voor de afgoden, die zij zelf gemaakt hebben.